Home

Actualisatie begroting/nieuw beleid per programma

Wat gaat het kosten?

 

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

Progr.

2025

2026

2027

2028

2029

Begeleiding en Dagbesteding Wmo - kostenstijging deels bekostigen uit voordelen Beschermd wonen

3

-

-

-

-

-

Duurzaam vervolg werkwijze Kind- en Gezinsbescherming

3

-

pm

pm

pm

pm

Bijstelling normbedrag gemeentelijke opvang ontheemden Oekraïne

3

-

-

-

Verlenging noodopvang Galvanistraat

3

-

Verdeling deel reserve Beschermd wonen naar regiogemeenten

3

-

Hulpmiddelen en woonvoorzieningen

3

200 N

200 N

Bedrijfsvoering en Intergemeentelijke samenwerking Jeugd

3

400 N

350 N

300 N

250 N

Ontwikkeling maatwerkvoorzieningen Wmo

3

730 N

880 N

660 N

440 N

220 N

Ontwikkeling zorgkosten Jeugd

3

2.553 N

3.442 N

3.985 N

4.528 N

5.071 N

Totaal

3.483 N

4.922 N

4.995 N

5.268 N

5.541 N

 

Wat gaan we doen?
Begeleiding en Dagbesteding Wmo - kostenstijging deels bekostigen uit voordelen Beschermd wonen
Bij begeleiding en dagbesteding Wmo zien we de kosten stijgen door het verschuiven van cliënten van Beschermd wonen naar Beschermd Thuis en vervolgens naar het ambulante begeleiding en dagbesteding. Bij deze beweging van Beschermd wonen naar Beschermd thuis en vervolgens naar de Wmo individuele, met name specialistische, begeleiding zien we dat de zorgzwaarte bij het product Begeleiding toeneemt. Voordelen op Beschermd wonen zijn in de afgelopen jaren vooral behaald met dit proces van extramuraliseren. Het Edese deel hierin is eerder al voor circa € 1 miljoen bij de Edese ombuigingen betrokken. Voorgesteld wordt om € 0,3 miljoen aanvullend van het Edese voordeel Beschermd wonen in te zetten als extra budget voor de lokale Begeleiding Wmo.

Duurzaam vervolg werkwijze Kind- en Gezinsbescherming
Vanaf 2022 doet jeugdhulpregio JeugdFV (voorheen jeugdhulpregio FoodValley) mee aan een proeftuin in het kader van het landelijk programma ‘Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming’. Door deze proeftuin zijn veel jeugdbeschermingsmaatregelen voorkomen. Mede door deze proeftuin zien we daardoor een daling in kosten voor jeugdbescherming van ruim € 0,5 miljoen per jaar. Hier staan echter ook investeringen tegenover. We hebben voor dit resultaat geïnvesteerd in het versterken van onze lokale teams. Ook is er een regionaal Veiligheids Team (RVT) ingericht.
Om deze werkwijze duurzaam te kunnen vervolgen is aanpassing van wetgeving nodig en een aanvullende landelijke subsidie. Hierover wordt landelijke besluitvorming medio 2025 verwacht. Voor de periode 2026-2029 onderzoeken we momenteel de mogelijkheid om deze werkwijze te kunnen bekostigen vanuit de bestaande subsidie aan Veilig Thuis, de bestaande afspraken met de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming (GI’s) en een continuering van de landelijke subsidie voor de daarvoor benodigde overhead en deskundigheidsbevordering.

Bijstelling normbedrag gemeentelijke opvang ontheemden Oekraïne
De oorlog is nog niet ten einde en de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) voor vluchtelingen uit Oekraïne is verlengd tot 4 maart 2026. De verwachte Rijksbijdrage voor de gemeentelijke en particuliere opvang in 2025 is eerder begroot op basis van een normbedrag € 61. Het normbedrag voor 2025 bedraagt per 1 januari 2025 € 44 per dag per gerealiseerde opvangplek. De financiering van leefgeld voor Oekraïners door het Rijk gebeurt op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten door gemeenten.

Verlenging noodopvang Galvanistraat
Aan de Galvanistraat 9 is sinds 1 maart 2023 een crisis noodopvang asielzoekers (CNO) gehuisvest voor de opvang van maximaal 130 asielzoekers. Eerder dit jaar is de huurovereenkomst voor de opvanglocatie aan de Galvanistraat met drie maanden verlengd tot 1 juni 2025. De gemeente wordt in de kosten van de noodopvang gecompenseerd door het COA.

Verdeling deel reserve Beschermd wonen naar regiogemeenten
Op het product Beschermd wonen kennen we voordelen die vooral met extramuralisering zijn verkregen. Daar tegenover is onderkend dat deze beweging van Beschermd wonen naar Beschermd Thuis uiteindelijk ook effect heeft op de Edese specialistische Begeleiding Wmo. Bij eerdere ombuigingen zijn de Edese voordelen op Beschermd wonen al vanaf 2021 verwerkt in onze begroting en onttrokken aan de regionale reserve Beschermd wonen. Deze aanpak doortrekken naar de regiogemeenten vraagt eenzelfde onttrekking aan de reserve voor de regiogemeenten. Door de gemeenten is de oproep om deze middelen zo veel als mogelijk aan doelen gelijkwaardig aan de oorspronkelijke doelstelling te besteden. Voorgesteld wordt de reserve Beschermd wonen voor de periode 2015 tot en met 2025 grotendeels te verdelen naar regiogemeenten. Dit betreft een uitname van € 5,6 miljoen. De regionale reserve Beschermd wonen bedraagt daarmee eind 2025 naar verwachting nog ongeveer € 2 miljoen. Dat is ongeveer 10% van de regionale omzet en is bedoeld voor risico’s van mogelijke toename in volume, maar ook een mogelijk lagere decentralisatie uitkering van het rijk, vanwege de toename van de GGZ-problematiek. Daarnaast kan de decentralisatie wellicht om regionale bestedingsdoelen vragen.

Hulpmiddelen en woonvoorzieningen
Het beroep op hulpmiddelen en woonvoorzieningen neemt nog altijd toe. Bij de actualisatie en jaarrekening 2024 zagen we al forse nadelige financiële effecten. Bij hulpmiddelen (scootmobiel etc.) zien we vooral het aantal driewielfietsen toenemen. Ook de vraag naar woonvoorzieningen is fors groter dan voorzien. Hierbij valt de stijging in de kosten van woningaanpassingen op. De stijging betreft zowel meer als duurdere aanpassingen. Dit heeft te maken met een toename van het aantal ouderen dat al dan niet met ondersteuning langer thuis woont, deels veroorzaakt door een stagnatie in de woningmarkt én door verscherping van de toegang tot intramurale zorg. Door geringe Rijkscompensatie valt het nadeel in 2025 naar verwachting lager uit. Voorgesteld wordt het budget voor twee jaar incidenteel te verhogen met € 200.000 om daarmee de ontwikkelingen verder te blijven monitoren.

Bedrijfsvoering en Intergemeentelijke samenwerking Jeugd
De gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Veenendaal werken al jaren samen ten behoeve van de uitvoering van de Jeugdwet. Hiervoor is sinds 2015 het huidige Knooppunt Jeugd ingericht. Per 1 januari 2026 wordt er een steviger fundament onder deze samenwerking gelegd. Voor de bedrijfsvoering zal een gemeenschappelijke regeling worden aangegaan. Jaarlijks wordt voor de bedrijfsvoering een budgettair kader opgesteld. Op basis van de kostenraming in de conceptbegroting voor de op te richten gemeenschappelijke regeling is er een structureel tekort voorzien van € 330.000 vanaf 2026. Dit betreft het Edese aandeel. Voor de beleidsmatige samenwerking wordt de samenwerking herijkt en verstevigd. Hiervoor wordt een programmamanager aangesteld. Ook de kosten voor het uitvoeren van handhaving zijn hierin opgenomen. De kosten hiervan worden gedragen door de zeven gemeenten.
Het aandeel Ede voor de aanstelling van de programmamanager en het uitvoeringsbudget dat nodig is voor de intergemeentelijke samenwerking bedraagt € 70.000.
Op basis van de inzet van de programmamanager en uitvoeren van de handhaving, wordt vanaf 2026 een structureel terugverdieneffect van € 50.000 per jaar verwacht op de jeugdzorgkosten van de gemeente Ede. Daarmee bedraagt het tekort € 400.000 in 2026. In de jaren daarna zal dit tekort naar verwachting afnemen door een geleidelijke kostendemping binnen de jeugdzorgbudgetten: € 50.000 in 2027, € 100.000 in 2028 en € 150.000 vanaf 2029.

Ontwikkeling maatwerkvoorzieningen Wmo
Op basis van het voorspelmodel Wmo blijkt dat de Wmo-uitgaven de komende jaren stijgen, met name door de toenemende zorgvraag als gevolg van vergrijzing. Deze stijging blijft naar verwachting binnen de jaarlijkse aanvulling op het Wmo-budget van 2% voor volumestijgingen.
Vanaf 2025 daalt het Wmo-budget echter met € 0,73 miljoen en vanaf 2026 met € 1,1 miljoen. Bij de Programmabegroting 2023-2026 is namelijk besloten € 3 miljoen te verschuiven van programma 3 Individuele Ondersteuning naar programma 2 Preventieve Ondersteuning. De inzet van de preventieve interventies heeft als doel het vermijden/voorkomen van extra zorgkosten. Monitoring laat zien dat kostendemping inderdaad gerealiseerd wordt, maar dat dit op dit moment nog niet terug te zien is in een daling van de uitgaven.
Een groot deel van de taakstelling op Wmo is, bij voldoende beweging naar de voorkant wellicht te realiseren, maar naar verwachting niet in eerste jaren en ook niet volledig. Daarom leidt de combinatie van de uitkomsten van het voorspelmodel en de verlaging van de budgetten Wmo als gevolg van de beweging naar de voorkant tot een knelpunt. In dit knelpunt wordt vanaf 2026 elk jaar 20% van de oorspronkelijke € 1,1 miljoen kostendaling alsnog gerealiseerd.

Ontwikkeling zorgkosten Jeugd
Voor de ontwikkeling van de (zorg)vraag in het Sociaal Domein maken we sinds kort gebruik van zogenaamde voorspelmodellen. Bureau Van Dam heeft in 2024 met behulp van hun voorspelmodel een meerjarenprognose voor de Edese jeugdzorgkosten opgesteld. Deze prognose waarbij op trends uit het verleden voorspellingen (met bandbreedtes) werden gedaan voor de komende jaren is gebruikt om meer reëel te kunnen begroten en grip te krijgen op de kosten. Op basis van dezelfde uitgangspunten heeft het Knooppunt JeugdFV hun voorspelmodel verder uitgebouwd. Een van de belangrijkste constateringen op basis van beide modellen is dat de volumeontwikkelingen harder stijgt dan de jaarlijkse volumegroei van 2% die tot nu toe is aangehouden. Met het voorspelmodel krijgen we inzicht in de reële kosten en verwachte volumegroei van de Edese jeugdzorg. Deze komt nagenoeg overeen met de stijging van gemiddeld 4,7% per jaar die het rapport ‘Groeipijn’ van Van Ark laat zien. In dit knelpunt nemen we nu de extra geprognosticeerde volumegroei van 2,7% over het jaar 2025 op in het meerjarenperspectief. Het gaat dan om € 1,1 miljoen extra per jaar.
Het is de bedoeling om jaarlijks op basis van de reële volumegroei het budget jeugdhulp te actualiseren.

Daarnaast voorzien we voor de gemeente Ede een afwijking ten opzichte van de landelijke trend vanwege de ontwikkelingen die we verwachten te zien bij de kosten op Verblijf en Veiligheid. In plaats van een verdere daling die landelijk wordt verwacht, verwachten wij in Ede een stagnatie van deze daling. De grote daling van het aantal onder toezichtstellingen heeft in onze regio al plaatsgevonden. Deze daling is in onze regio groter geweest dan landelijke trend. Rekening houden met een verdere daling lijkt dan ook te positief maar is wel in de meerjarige budgetten verwerkt. De verwachting is dat de stijging van de kosten van Jeugdhulp in Ede door het uitblijven van de daling van Verblijf en Veiligheid per jaar met € 750.000 zal toenemen. Om dit uitblijven van de eerder wel verwerkte daling op te vangen is een verhoging van budget jeugdhulp nodig. Voor 2029 gaat het om in totaal een extra budget van € 3,75 miljoen.

Bij de Programmabegroting 2023-2026 is besloten € 3 miljoen te verschuiven van programma 3 Individuele Ondersteuning naar programma 2 Preventieve Ondersteuning. De inzet naar meer preventieve interventies heeft als doel het vermijden/voorkomen van extra zorgkosten. Monitoring laat zien dat kostendemping inderdaad gerealiseerd wordt, maar door een gelijkwaardige stijging van de zorgvraag en zorgkosten leidt dit niet tot een daling van de kosten. Een groot deel van de taakstelling op Jeugd als gevolg van deze verschuiving is, bij voldoende beweging naar de voorkant wellicht te realiseren, maar naar verwachting niet in eerste jaren en ook niet volledig. Daarom leidt de combinatie van de uitkomsten van het voorspelmodel en de verlaging van de budgetten Jeugd als gevolg van de beweging naar de voorkant ook tot een knelpunt. In dit knelpunt wordt vanaf 2026 elk jaar 20% van de oorspronkelijke € 1,035 miljoen kostendaling alsnog gerealiseerd. Dit betreft in 2029 een bedrag van € 207.000.

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2025 14:38:40 met de export van 06/03/2025 14:32:04