Financiën

Samenvatting financieel beeld

Afgelopen november hebben we, inclusief inkomstenverhogende maatregelen, een structureel sluitende begroting kunnen opleveren voor begrotingsjaar 2025. De jaren 2026 en verder staan, als gevolg van het aanhoudende Ravijn, echter onder grote druk. Zonder tegemoetkoming vanuit het Rijk zullen gemeente, Ede niet uitgezonderd, fors moeten gaan bezuinigen om de komende jaren een sluitende begroting op te kunnen leveren. De perspectiefnota bouwt verder op het financieel perspectief van de Programmabegroting 2025-2028. Rekening houdend met de uitkomsten van de septembercirculaire 2024 en het aangenomen amendement bij de Programmabegroting 2025-2028 starten we deze perspectiefnota met onderstaand financieel beeld:

Tabel 3.1.1 - Vertrekpunt Perspectiefnota 2026-2029

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Financieel kader

A: Stand Programmabegroting 2025-2028 (pag. 103)

4.068 N

14.956 N

16.084 N

16.832 N

15.858 N

B: Algemene uitkering (memo septembercirculaire 2024)

 1.570 V

 1.450 V

 1.410 V

 1.070 V

 1.070 V

C: Amendement A03 afvalstoffenheffing

250 N

 N

 N

 N

N

D: Afrondingsverschillen

 3 V

 1 V

 1 V

 2 V

V

Vertrekpunt Perspectiefnota 2026-2029 (A t/m D)

2.745 N

13.505 N

14.673 N

15.760 N

14.788 N

Structureel saldo (o.b.v. incidentele posten Programmabegroting 2025-2028)

 3.392 V

9.123 N

12.414 N

18.583 N

17.611 N

 
In tabel 3.1.1 is te zien dat alle begrotingsjaren een negatief begrotingssaldo hebben. De provincie toets echter op het structureel begrotingssaldo. Dit is het saldo van de begroting geschoond van de incidentele baten, lasten en reservemutaties. Kijkend naar het structureel saldo (tabel 3.1.1 blauw/schuingedrukte tekst) dan laat enkel begrotingsjaar 2025 een positief saldo zien. Dit was voldoende om onder de reguliere vorm van toezicht te blijven vallen. In de komende begroting valt het jaar 2025 echter weg en dreigen alle jaren 'niet structureel sluitend' te zijn. In deze perspectiefnota zijn daarom, naast de actualisatie van de begroting ook ombuigingen opgenomen. Voordat we daar verder op ingaan beginnen we met de ontwikkelingen vanuit de Voorjaarsnota van het Rijk.

Ontwikkelingen Rijk
Met de Voorjaarsnota 2025 heeft het Rijk een kleine stap in de goede richting gezet. Een kleine stap omdat er weliswaar sprake is van enige financiële verlichting maar de structurele problemen zijn nog niet oplost. Feitelijk komt het erop neer dat het ravijn met twee jaar is opgeschoven naar 2028. In deze perspectiefnota hebben we een inschatting gemaakt van de verwachte effecten vanuit de Voorjaarsnota 2025. Hiermee nemen we een voorschot op de nog te publiceren meicirculaire 2025. Meer duiding over de Voorjaarsnota is terug te lezen in hoofdstuk 3.2. Naast de inschatting van de Voorjaarsnota is in dit hoofdstuk ook de actualisatie van de Algemene uitkering en bijstelling van de stelposten opgenomen.

Actualisatie begroting
Verderop in deze perspectiefnota is zoals gebruikelijk de actualisatie van de begroting (inclusief nieuw beleid) opgenomen. Op basis van staand beleid ontstaan afwijkingen, zowel voordelen als knelpunten, ten opzichte van het meerjarenperspectief. Toelichting van deze afwijkingen vindt u terug in hoofdstuk 4.

Ombuigingen
Zoals u in de inleiding heeft kunnen lezen stelt het college in deze perspectiefnota een evenwichtig pakket aan ombuigmaatregelen voor. Maatregelen die noodzakelijk zijn om financieel gezond te blijven. Een toelichting op de voorgestelde ombuigmaatregelen vindt u terug in hoofdstuk 5.

Begrotingsadvies VNG 2025
In de afgelopen jaren heeft de VNG, zeer uitzonderlijk, twee keer een begrotingsadvies gegeven aan haar leden. Ook dit jaar heeft de VNG, naar aanleiding van de voorjaarsnota van het Rijk, weer een begrotingsadvies opgesteld. Dit advies concentreert zich op de financiering Jeugdhulp en alleen in kwalitatieve zin op de structurele korting vanaf 2026. Deze keuze is gemaakt omdat de VNG het niet waarschijnlijk acht dat op korte termijn in algemene zin nog compensatie plaatsvindt. De VNG benadrukt dat zij zich wel zo maximaal mogelijk blijft inspannen om op inhoudelijke dossiers taken en middelen in balans te brengen. Er blijft immers een tekort bestaan tussen onze taken en middelen. Het advies bestaat uit drie punten:

  1. 2026 en 2027: probeer de begroting sluitend te maken, maar geef de effecten van de kortingen transparant weer.
  2. Middelen terugwerkende kracht: benut het incidentele geld voor compensatie 2023 en 2024 om gaten in 2026 en 2027 te dichten of in te zetten in het stelsel.
  3. 2028 en 2029: breng baten en lasten jeugdhulp in balans met stelpost Van Ark waarbij er een realistische raming is gemaakt van de lasten voor jeugdhulp.

In deze perspectiefnota handelen we in gedachtegang van dit begrotingsadvies. Voor 2026 en 2027 is de begroting structureel sluitend gemaakt. Omdat deze jaren structureel sluitend zijn is het, om te voldoen aan de begrotingsrichtlijnen van de provincie, niet noodzakelijk om de incidentele middelen in te zetten en/of een stelpost op te nemen voor de jaren 2028 en 2029. Hiermee laten we voor de jaren 2028 en 2029 voorlopig een tekort zien.

Financieel meerjarenperspectief
Met de Actualisatie begroting (hoofdstuk 4) en Ombuigingen (hoofdstuk 5) ontstaat het meerjarenperspectief zoals gepresenteerd in tabel 3.1.2. Te zien is dat het structureel begrotingssaldo voor jaren tot en met 2027 sluitend is. Voor de jaren 2028 en 2029 staat nog een tekort van enkele miljoenen. Dit tekort betreft in omvang het verschil tussen de tekorten op Jeugd en de middelen die het Rijk beschikbaar stelt in de Voorjaarsnota. Zoals hierboven is benoemd kiezen we ervoor om dit tekort zichtbaar te maken.

Tabel 3.1.2 - Financieel beeld Perspectiefnota 2026-2029

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Financieel kader

A: Vertrekpunt Perspectiefnota 2026-2029 (tabel 3.1.1)

2.745 N

13.505 N

14.673 N

15.760 N

14.788 N

B: Act. Algemene uitkering/stelposten (hoofdstuk 3.2)

 6.497 V

 13.224 V

 12.533 V

 6.475 V

 5.545 V

C: Actualisatie begroting/Nieuw beleid (hoofdstuk 4)

 549 V

2.488 N

28.367 N

2.806 N

2.845 N

D: Ombuigingen (hoofdstuk 5)

3.601 N

1.197 N

 5.549 V

 10.824 V

 11.339 V

Saldo Perspectiefnota 2026-2029 (A t/m D)

 700 V

3.966 N

24.958 N

1.268 N

749 N

Verwacht structureel saldo (incl. incidentele posten hoofdstuk 4 + 5)

 8.961 V

 7.814 V

 5.651 V

4.091 N

3.572 N

Het financieel beeld uit tabel 3.1.2 heeft het volgende effect op het verloop van de algemene reserve.

Tabel 3.1.3 - Algemene reserve Perspectiefnota 2026-2029

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Stand 1 januari

 76.997 V

58.129 V

 54.163 V

 29.204 V

 27.936 V

Resultaatbestemming jaar t-1 (onder voorbehoud vaststelling)

4.215 V

Stand 1 januari (na resultaatbestemming)

81.212 V

 58.129 V

 54.163 V

 29.204 V

 27.936 V

Doorwerking besluitvorming t/m PB 2025-2028 (tabel 3.1.1)

2.745 N

13.505 N

14.673 N

15.760 N

14.788 N

Doorwerking Perspectiefnota 2026-2029 (B t/m D tabel 3.1.2)

 3.445 V

 9.539 V

10.285 N

 14.492 V

 14.039 V

Uitname reserve Omgevingsvisie (Programmarekening 2024)

23.783 N

 N

 N

 N

 N

Stand per 31 december voor resultaatbestemming

 58.129 V

 54.163 V

 29.204 V

 27.936 V

 27.188 V

Surplus ten opzichte van bodem van € 10 miljoen

 48.129 V

 44.163 V

 19.204 V

 17.936 V

 17.188 V

Deze pagina is gebouwd op 06/03/2025 14:38:40 met de export van 06/03/2025 14:32:04